..…'Kijk, zei zijn hart, 'ik reclameer dan misschien wel wat, maar dat komt omdat ik een mensenhart ben, en mensenharten zijn zo. Ze zijn bang hun grootste dromen te verwezenlijken, want ze denken dat ze het niet verdienen, of dat het hun nooit zal lukken.
Wij, harten, sterven van angst alleen al bij de gedachte aan geliefden die voorgoed zijn vertrokken, aan ogenblikken die goed hadden kunnen zijn en het niet waren, aan schatten die ontdekt hadden kunnen worden en eeuwig verborgen bleven in het zand. Want als dat gebeurt, lijden we vreselijk.’
'Mijn hart is bang om te lijden,’zei de jongen tegen de alchemist, op een avond dat ze naar de maanloze hemel zaten te kijken. 'Zeg het dan dat angst om te lijden erger is dan het lijden zelf. En dat geen enkel hart ooit geleden heeft wanneer het op zoek was naar zijn dromen, want ieder moment van een zoektocht is een moment van ontmoeting met de eeuwigheid.’
'Als je zoekt, vind je ook altijd,’zei de jongen tegen zijn hart. 'Toen ik zocht naar mijn schat waren alle dagen schitterend, omdat ik wist dat ieder ogenblik deel uitmaakte van de droom die te vinden. Terwijl ik mijn schat zocht, ontdekte ik dingen die ik nooit zou hebben gevonden als ik niet de moed had gehad dingen te doen die onmogelijk zijn voor herders.’
Zijn hart bleef de hele avond stil. ’s Nachts sliep hij rustig, en toen hij wakker werd begon zijn hart hem de dingen van de ziel van de wereld te vertellen. En dat geluk gevonden kon worden in een doodgewone zandkorrel uit de woestijn, zoals de alchemist had gezegd. Want een zandkorrel is een moment van de schepping, en het universum heeft er miljarden jaren over gedaan hem te scheppen. ‘Ieder mens op aarde heeft een schat die op hem wacht,’zei zijn hart.
'Wij harten praten niet veel over die schatten, want de mensen willen ze niet meer vinden. We praten er alleen over tegen kinderen. Daarna laten we het leven elk kind naar zijn bestemming leiden. Maar helaas volgen maar weinigen de weg die voor hen uitgestippeld is, en dat is de weg van de eigen legende en het geluk. Ze vinden de wereld bedreigend – en daarom wórdt de wereld ook bedreigend.
Dan gaan wij harten steeds zachter praten, maar zwijgen doen we nooit. En we hopen dat onze woorden niet gehoord worden: we willen niet dat de mensen lijden omdat ze hun hart niet hebben gevolgd.’
'Waarom vertellen de harten de mensen niet dat ze hun dromen moeten blijven volgen?’ vroeg de jongen aan de alchemist. 'Omdat het hart in dat geval het meest lijdt. En harten lijden niet graag.'
'Waarom vertellen de harten de mensen niet dat ze hun dromen moeten blijven volgen?’ vroeg de jongen aan de alchemist. 'Omdat het hart in dat geval het meest lijdt. En harten lijden niet graag.'
Vanaf die dag begreep de jongen zijn hart. Hij vroeg het hem nooit meer te verlaten. Vroeg het om, als hij verwijderd was van zijn dromen, in zijn borst te knellen en een alarmsignaal te geven. De jongen zwoer dat hij daar altijd aan zou gehoorzamen………'